SUGARAY RAYFORD - HUMAN DECENCY

Album Review

Album: 
SUGARAY RAYFORD - HUMAN DECENCY
Artist: 
Sugaray Rayford
Record Label: 
Forty Below Records
Style: 
Blues, Soul, Funk
Date: 
14/06/2024
Reviewed by: 
Walter Vanheuckelom
SUGARAY RAYFORD - HUMAN DECENCY
 
 
 
 
  
 
 
 
 
 
 
 
 
Sugaray Rayford werd als Caron Nimoy Rayford geboren op dertien februari 1969 in Smith County, Texas, USA. Op de leeftijd van zeven zong Sugaray al in de Bethel Temple Church Of God In Christ in Tyler, Texas. Bovendien bespeelde hij ook nog het slagwerk. Hij had een armoedige jeugd en hij verloor zijn moeder op zeer jeugdige leeftijd, ze overleed aan kanker. Daarna ging hij bij zijn oma in San Diego, Californië wonen en daar kende hij een beter leven. Hij had elke dag eten en hij ging elke dag naar de kerk. Op twaalfjarige leeftijd begon Sugaray zich ook te interesseren voor de moderne muziek. Eerst werd hij zanger bij de Urban Gypsys en later toen hij de bluesmuziek ontdekte werd hij frontman bij Aunt Kizzy's Boyz, een band uit Temecula, Californië. Zij brachten hun debuutalbum 'Trunk Full Of Blues' uit in 2004 en vertegenwoordigden San Diego in januari 2006 tijdens de International Blues Challenge in Memphis, TN , waar ze als tweede eindigden. Hun tweede album 'It's Tight Like That' verscheen in 2007 en in 2008 werd de band Urban Artist Of The Year op de LAMN Jam Grand Slam en daardoor mochten ze een contract tekenen bij RBC Records. In 2010 bracht Sugaray zijn debuut solo album 'Blind Alley' uit. In mei 2011 ging Rayford zingen bij The Mannish Boys. Hij zong de lead vocals op negen songs van het album 'Double Dynamite'. Dat album werd in mei 2013 verkozen tot Best Traditional Blues Album op de Blues Music Awards. In mei 2013 verscheen zijn tweede soloalbum 'Dangerous' en dat album debuteerde met een tweede plaats op de Blues Debut Chart, op nummer zes op de Roots Music Chart en op nummer twee op The Living Blues Chart. Op de Blues Music Awards in 2015 werd Rayford genomineerd in twee categorieën, namelijk als B.B. King Entertainer en Traditional Blues Male Artist. Drie jaar later kreeg hij op diezelfde Blues Music Awards zelfs vier nominaties, namelijk beste soul blues album met 'The World That We Live In', beste mannelijke soul blues artiest, beste zanger en beste B.B. King Entertainer. Een toevallige ontmoeting in Memphis in 2018 legde de basis voor een unieke muzikale samenwerking tussen soul/blues powerhouse Sugaray Rayford en producer, songwriter Eric Corne. Door klassieke soulmelodieën te combineren met funky R & B grooves, rauwe blueskracht en gemixt met moderne gevoeligheden, leverde de eerste samenwerking van het duo 'Somebody Save Me', Rayford een Grammy nominatie voor 2020 op. Later dat jaar nam Rayford bluesmuziekprijzen mee naar huis voor Soul Blues Male Artist en B.B. King Entertainer Of The Year op de Blues Music Awards 2020. 'In Too Deep', de tweede samenwerking tussen Sugaray Rayford en Eric Corne lag in 2022 in de winkelrekken en op veertien juni 2024 brengt Sugaray met 'Human  Decency', een album met negen nieuwe originele songs uit. 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Het album begint met het stevige 'Faiing Upwards', een song waarmee Sugaray het idee van Amerikaanse meritocratie uitdaagt. Sugaray heeft een zeer goede en krachtige stem, waardoor de woorden die hij zingt nog sterker overkomen. Instrumentaal is er een grote rol weggelegd voor toetsenist Sasha Smith, die heel het nummer uitstekend en uitdrukkelijk aanwezig is op het orgel. Trompettist Mark Pender en saxofonist Joe Sublett blazen de juiste dosis soul in 'Failing Upwards'. Bassist Taras Prodaniuk en drummer Matt Tecu zorgen voor een strakke groove en backing zangeres Saundra Williams ondersteunt Sugaray tijdens het refrein. Sterke opener. In het titelnummer 'Human Decency' brengt Sugaray de boodschap dat de overeenkomsten tussen mensen groter zijn dan de verschillen. Hij komt tot de conclusie dat er eigenlijk geen blank of zwart en ook geen links of rechts bestaat. Op deze wereld leven alleen harten en geesten. De heerlijk dartelende klanken van de fluit geven dit sterke nummer nog meer glans. Rick Holmstrom kruidt 'Human Decency' met een korte, maar snedige gitaarsolo. 'Stuck Between' verscheen al eerder als single.  In deze New Orleans funk duet wordt Sugaray vocaal bijgestaan door country/blues zanger Sam Morrow. Trompettist Mark Pender en saxofonist Joe Sublett zijn heel bepalend voor de sound van 'Stuck Between'. De Wah Wah gestuurde clavinet klanken van Sasha Smith zijn een lust voor het oor. In 'Stuck Between' worstelen Sugaray en Sam om zich aan te passen aan de moderne samenleving. Ze vragen zich af waar ze zich momenteel bevinden in de grafiek tussen mens en machine. De technologie die vooruit gaat moeten we omarmen, maar even belangrijk is de levenskwaliteit en de zin van het leven. 
 
 
 
 
 
 
 
 
Er hangt een Motown sfeertje over het soulvolle 'Strawberry Hill'. Het is andermaal genieten van het heerlijke en speelse orgelwerk van Sasha Smith. Saxofonist Joe Sublett en trompettist Mark Pender bewijzen nogmaals hun instrumentale waarde en Rick Holmstrom schittert op de gitaar. Een nummer dat zeker voor de nodige ambiance zal zorgen tijdens de live concerten van Sugaray Rayford is de soulvolle bluesrocker 'Run For Cover'. In 'Run For Cover' heeft Sugaray het over de klimaatverandering. Hij doet in deze song een oproep om eindelijk de klimaatverandering aan te pakken. Hij uit ook zijn ongenoegen over alle waarschuwingssignalen waar we niets mee gedaan hebben. 'Dirty Rat' heeft een dromerige sound, met knap percussie en slagwerk van drummer Matt Tecu en zweverig toetsenwerk van Sasha Smith. Voor mezelf is het opwindende en soulvolle 'Ain't That A man' het absolute hoogtepunt op het album. Het is de huidige single en dat is een echt goede keuze, want met dit soort muziek zal Sugaray Rayford een heel breed publiek bereiken. De muziek van 'Ain't That A Man' heeft wortels bij het Amerikaans soulduo, Sam & Dave. Het is een parodie op de tekst van 'Mannisch Boy' van blueslegende Muddy Waters. Sugaray gebruikt hier geen bravoure maar zelfspot om een man af te beelden die altijd de winnaar moet zijn en die vaak tegen de stroom opzwemt om zich toch maar te bewijzen. In dit sterke soulvolle nummer zorgen drummer Matt Tecu en bassist Taras Prodaniuk andermaal voor een schitterende groove, waarop de gitaristen Rick Holmstrom en Eamon Ryand geweldig uithalen op hun sixstring. Ook de blazers en de toetsen zijn weer op een fantastische wijze aanwezig en bewijzen andermaal hoe sterk deze band wel is. Backing zangeres Saundra Williams geeft met haar prachtige soulstem het vocale gedeelte nog een extra touch. 
 
 
 
 
 
 
 
 
Toetsenist Sasja Smith speelt zich in een glansrol in het funk getinte 'Hanky Panky Time'. Sugaray Rayford sluit zijn nieuwe album af met het autobiografische 'Aha', waarin hij zingt over hoe hij op erg jonge leeftijd zijn moeder verloor en verhuisde naar het platteland waar hij werd opgevoed door zijn grootmoeder. Ze leerde de jonge Sugaray het verschil tussen goed en slecht en over hoe je in het leven vaak in de ogen van de duivel moet kijken en hem 'Aha' moet zeggen. Het is een song met een gospel getint refrein, dat door Sugaray erg overuigend wordt gezongen. Rayford's stem, rijk aan textuur en emotie, is het middelpunt van elk nummer. Zijn vocale bereik en dynamiek zorgen ervoor dat elk lied een eigen verhaal vertelt, vol passie en intensiteit. De arrangementen zijn strak en doordacht, met bijdragen van getalenteerde muzikanten die de songs naar een hoger niveau tillen.'Human Decency' is een album dat zowel muzikaal als thematisch veel te bieden heeft. Sugaray Rayford slaagt erin om met zijn krachtige stem en diepgaande teksten een blijvende indruk achter te laten. Het is een ode aan de menselijke geest en een pleidooi voor medeleven en begrip in een wereld die dat hard nodig heeft. (8/10)
 
 
 
 
 
Walter Vanheuckelom
 
 
 
 
 
 
 
 
01. Failing Upwards
02. Human Decency
03. Stuck Between
04. Strawberry Hill
05. Run For Cover
06. Dirty Rat
07. Ain’t That A Man
08. Hanky Panky Time
09. Aha
 
Sugaray Rayford: Zang
Rick Holmstrom: Gitaar
Matt Tecu: Drums
Taras Prodaniuk: Bas
Eamon Ryand: Gitaar
Sasha Smith: Toetsen
Mark Pender: Trompet
Joe Sublett: Saxofoon
Saundra Williams: Backing vocals
Eric Corne: Akoestische gitaar