INTERVIEW MET FRANK SAENEN, DRUMMER VAN THE SCABS - TESSENDERLO 24 APRIL 2019 - Walter Vanheuckelom

Reports

About: 
INTERVIEW MET FRANK SAENEN, DRUMMER VAN THE SCABS - TESSENDERLO 24 APRIL 2019 - Walter Vanheuckelom
Artist: 
Frank Saenen, drummer bij The Scabs
Date: 
24/04/2019
Venue: 
Onder De Toren
Place: 
Engsbergen, Tessenderlo
Your Reporter on the Spot: 
Walter Vanheuckelom
INTERVIEW MET FRANK SAENEN, DRUMMER VAN THE SCABS - TESSENDERLO 24 APRIL 2019 - Walter Vanheuckelom
 
Concertmonkey was op vrijdag 3 mei aanwezig op het fantastische concert van The scabs in het Cultureel Centrum van Hasselt. Het verslag en de foto's van dit concert kan je lezen op http://www.concertmonkey.be/reports/scabs-40-years-cultureel-centrum-hasselt-3-mei-2019-walter-vanheuckelom . The Scabs vieren hun veertigjarig bestaan  met de theater tournee Forty Years. Ons leek het een goed idee om met Frank Saenen, één van de oprichters van The Scabs een praatje te slaan over die veertig jaren Scabs en over muziek in het algemeen. Het werd een gezellige avond in Onder De Toren in Engsbergen/Tessenderlo. Uit ons meer dan vier uur durende gesprek hebben we natuurlijk moeten filteren, maar ik hoop dat onze lezers/lezeressen na het lezen van dit interview Frank Saenen iets beter kennen en dat ze ook een beeld kennen van de veertigjarige geschiedenis van The Scabs.
 
 

Goedenavond Frankie, bedankt om je deze avond vrij te maken voor een interview met Concertmonkey. Op welke leeftijd begon je een instrument te bespelen en was dat dadelijk de drums?

 

Dat is heel graag gedaan. Ik denk dat ik ongeveer twaalf was, toen ik op dozen en Dash - tonnen begon te spelen. Ik had daar thuis mijn eigen drumstel van gemaakt. Het was de tijd van Avro's Top Pop met Ad Visser en de muziekmicrobe begon te kriebelen, maar het was toen niet alleen drummen, want ik had ook zelf een gitaar in elkaar geknutseld en daar speelde ik ook op. Iets later mocht ik op een neef zijn echt drumstel spelen en vanaf dat moment ging er toch veel aandacht naar het drummen. Van thuis uit had ik geen interesse voor de muziek meegekregen. Ik ben de jongste van twaalf kinderen en niemand van mijn grotere broers of zussen waren met muziek bezig, tenzij passief. Mijn zus Hilda had een klein platenspelertje gekocht en kreeg het singletje van Fats Domino 'Blueberry Hill' er gratis bij. Het eerste nummer dat ik leerde spelen was Green River/ Commotion van Creedence Clearwater Revival. Hoe ik aan dat singletje kwam weet ik niet meer, maar die nummers heb ik wel 500 keer gespeeld tot ik ze kon spelen, allez dat dacht ik toen toch.  Toen Hilda trouwde en in Hoegaarden ging wonen, nam ze haar platenspeler mee. Gelukkig mocht ik regelmatig bij haar komen logeren. Haar man en zij kochten wel muziek en ik mocht altijd in de platenbak rommelen. Zij hadden alle albums van CCR en ook muziek van Chuck Berry, en Little Richard. Ik was gefascineerd door de muziek van CCR en ik was zo gebeten door die microbe dat ik voor mezelf besliste dat ik ook muzikant wilde worden.

 

Iedereen kent je als drummer, maar eigenlijk ben je een multi instrumentalist. Hoeveel instrumenten kan je bespelen?

 

Drums, piano, gitaar en mondharmonica….Al deze instrumenten heb ik op mezelf leren bespelen. Ik ben linkshandig en speel gitaar met een gewone gitaar voor rechtshandigen. Ik draai die gewoon om, wat maakt dat de snaren bij mij juist andersom liggen.  De dunste snaar bovenaan en de dikste snaar onderaan. Ik wist niet beter, maar het werkt.

 

Welke muzikanten en drummers hebben je beïnvloed?

 

Dat is ongetwijfeld Doug Clifford geweest, hij was mijn eerste grote voorbeeld. Later werd dat Ian Paice van Deep Purple, Led Zeppelin’s drummer John Bonham en ook Pentti Glan drummer van Lou Reed ten tijde van Rock & Roll Animal. Ik denk dat zij een beetje de rode draad zijn van mijn stijl.

 

Je bent één van de stichters van The Scabs. Kenden jullie elkaar van op school op vriendenkring?

 

Neen, voor The Scabs speelde ik al in een bandje met jongens die ik leren kennen had in het clubhuis, achter de kerk in Kaggevinne. Ik drumde daar op een lederen zetel want een drumstel had ik niet. Met die band heb ik mijn eerste optreden gedaan op een klein festival in Webbekom. Daarvoor was ik een drumstel gaan lenen bij Mark Smitt en ik weet nog goed dat hij mij de pedaal voor de basdrum gaf en dat ik zei dat het niet nodig was omdat ik die pedaal toch niet zou gebruiken (lacht). Wat later hadden we nog een concert in De Gildenzaal in Schaffen en daar heb ik Guy Swinnen leren kennen. Dat was rond 1977 denk ik en ik raakte met Guy in gesprek en die zei me dat hij niet onder de indruk was van de band, maar dat hij mij wel een goede drummer vond. Guy was toen al een punker en viel daar in Schaffen op door zijn speciale kledij, zijn hondsketting en kort haar, terwijl de rest rondliep met lange haren, legerboots en een parkajas. Guy nodigde me uit om eens samen te spelen. Ik ging op zijn uitnodiging in. Ik bracht onze bassist Johan Keuninx van het vorige groepje mee en Guy zijn neef Stefan Swinnen zou gaan zingen. We noemden ons Universe. Johan werd al snel vervangen door Berre Bergen en Cisse Vangeel een schoolvriend van Guy werd onze leadgitarist.  In 1978 hebben we onze groepsnaam veranderd. The Scabs waren geboren.

 

Ging dat begin van The Scabs vrij vlot?

 

Ik denk dat we het geluk hadden dat de punk periode net begon en dat we op het juiste moment op die boot gesprongen zijn. Want voor die periode had je bands als Deep Purple en Pink Floyd.  Dat zou ons niet gelukt zijn, de punkmuziek was in dat opzicht veel toegankelijker en minder ingewikkeld. 

 

Kan jij het eerste concert van The Scabs nog herinneren? Waar was dat en welke songs speelden jullie daar?

 

Ons allereerste optreden onder de naam The Scabs was in jeugdhuis de Boemel in Scherpenheuvel. Daarna speelden we meestal op free podiums in scholen en muziekwedstrijden in en rond Diest. Dikwijls wonnen we die wedstrijden, maar dat was naar mijn gevoel omdat het publiek zich kon uitleven tijdens onze optredens. Dikwijls zagen wij veel betere muzikanten dan ons bezig op die wedstrijden. Jongens die geweldig gitaar speelden op een twaalfsnarige gitaar, maar dat was zo technisch, dat het vaak het publiek niet aansprak.  Er liepen in die tijd heel wat goede muzikanten rond in Diest. Wij stelden muzikaal misschien minder voor, maar we brachten ambiance met onze muziek en onze manier van kleden en met onze haardracht en haarkleur brachten we eveneens animo. Onze muziek was een mix van covers en eigen nummers. Vanaf het prille begin waren wij al bezig om onze eigen muziek te maken. We zaten volop in de punkperiode, dus moesten de songs niet zo ingewikkeld zijn. Drie akkoorden waren meestal genoeg. Qua materiaal waren we wel beperkt. Ik had een drumstel op de kop kunnen tikken voor 125 Euro, Guy had een Egmond gitaar en gebruikte een bandopnemer als versterker en Francis gebruikte een oude houten lampenradio als versterker. Zo ging dat in die tijd. 

 

Het ging vrij vlug voor jullie en na een paar jaar stonden jullie al op de affiche van het toenmalige Torhout/Werchter. Hoe kijk je daar op terug?

 

Ruth Janssen, de toenmalige vriendin van Guy Swinnen en later manager, kwam met het idee om een single op te nemen.  Boven café Oud Diest op de Grote Markt in Diest was er een kleine opnamestudio en daar hebben we in 1981 onze eerste single 'So Called Friends' in eigen beheer opgenomen. Dat kostte ons 500 euro. Toen was dat veel geld, dus organiseerden we een paar fuiven om dat te kunnen bekostigen. Het was ook heel wat werk, want we deden alles zelf. Dat ging van de hoesjes plooien, plakken en de singles verdelen in de winkels. Harry Pandhof (later HVH store) had een klein platenwinkeltje in Diest genaamd Bie –Pie, hij wilde meteen honderd stuks. Wow, voor ons was dat gewoon al fantastisch. Dat begon met honderd stuks, en nog eens honderd en nog eens honderd, hij bleef maar bijbestellen. Zelf gingen wij allemaal nog naar school en in onze boekentas staken vooral veel singles, die we verkochten tijdens de speeltijd. Vijfhonderd singles van 'So Called Friends' gingen vrij vlug de deur uit en we moesten er al vlug laten bij persen. Ik denk dat er uiteindelijk duizend vierhonderd singles van verkocht werden. Later toen ik bij The Kids speelde en op tour was in Italië ben ik een dj tegen het lijf gelopen die dat singletje in zijn bezit had. Soms is de wereld toch klein. Daarna hadden we nog de single ‘There's Nothing Wrong/ Beat Me Up’ en namen we deel aan een compilatie LP ‘No Big Business’ met het nummer  ‘Is This Life’. Op dat moment hadden we ook het geluk dat we het voorprogramma mochten doen van De Kreuners in de Sporthal in Halen. De Kreuners waren in die periode razend populair. Bomvolle zaal en iedereen ging uit hun dak en De Kreuners waren zo tevreden dat ze ons vroegen om het voorprogramma te verzorgen van hun komende tournee doorheen gans Vlaanderen. Dat was voor ons een grote verandering, want we waren gewend om te spelen in parochiezalen. De Kreuners speelden in grotere zalen en sporthallen die steeds bomvol zaten. De manager van De Kreuners vond dat we een mini elpee moesten maken en hij is samen met Ruth Janssen die ondertussen bij EMI werkte naar EMI gegaan om dat te bespreken. Ik zie een dolblije Ruth nog altijd binnenkomen in ons repetitiekot om ons het goede nieuws te melden. Wij waren blij, maar beseften niet echt dat we bij EMI, één van de grootste platenlabels en een multinational, een contract mochten tekenen. We trokken de studio in met TC Matic gitarist Jean - Marie Aerts als producer en het resultaat was 'Here's To You Gang' een mini elpee met vijf nummers, waaronder 'Matchbox Car'. Dat nummer sloeg aan en werd flink gedraaid, met als gevolg dat we door heel wat organisatoren gevraagd werden om te komen spelen op hun festival. De organisatoren van het toen al goed bekende Breekend Festival in Bree hadden ons geboekt en we mochten in 1982 daar optreden voor 5000 mensen Herman Schueremans (God in die periode)hing daar ook rond en op een gegeven moment stapte hij naar me toe met de vraag of we klaar waren om op zijn festival Torhout/Werchter te spelen. Ik schrok en zei hem dat het misschien toch nog iets te vroeg was. Je kunt je de reactie van de andere bandleden wel voorstellen toen ik hun even later dit verhaal vertelde. Ik werd bijna gelyncht.  Ze zijn meteen op zoek gegaan naar Herman om te zeggen dat The Scabs wel klaar waren voor Torhout/Werchter. In 1983 hebben we dan mogen openen. Ik was toen 19 jaar oud. We stonden op de affiche samen met grote namen als John Cale, Warren Zevon, U2, Simple Minds, Peter Gabriel en Van Morrison. Die optredens waren een geweldige ervaring en op dat moment dachten we echt dat we het gingen maken. De euforie was erg groot. We vonden dat we het ijzer moesten smeden als het heet was en dat we zo vlug mogelijk een nieuw album moesten maken. We trokken met de demo's naar Jean - Marie Aerts, maar Jean vond dat we nog niet genoeg materiaal hadden voor een full LP  Wij waren het daar niet mee eens en we gingen in zee met een andere producer, namelijk Ian O'Higgins, een Ier die ooit met The Bollock Brothers had samengewerkt.  'For All The Wolf Calls' verscheen in 1984 en kon het succes van 'Here’s To You Gang’ nooit evenaren. Het album flopte en met The Scabs ging het snel weer bergafwaarts. Het was zo erg dat we zelfs spraken om er mee te stoppen. Alles ging mis in die periode, we raakten ons repetitiekot kwijt, Francis Vangeel verliet de band en werd vervangen door Mark ‘Lakke’ Vanbinst, die op zijn beurt The Scabs verliet in 1985 voor La Fille D'Ernest. 

 

Hoe hebben jullie elkaar dan kunnen motiveren om er terug voluit voor te gaan?

 

Gelukkig kwam er toen de vraag van de BRT (VRT) om met The Scabs België te vertegenwoordigen op het EBU Festival in Helsinki. We zaten toen zonder vaste gitarist en we vroegen toen aan Willy Willy, die al verscheidene keren occasioneel met ons had meegespeeld of hij niet mee wilde. Dat festival was eigenlijk het echte begin van Willy Willy bij The Scabs. Het EBU Festival en de nieuwe gitarist gaven The Scabs een nieuwe hoognodige boost. Ondertussen was Lou Berghmans manager van The Scabs geworden. Lou was iemand die nogal goede contacten had en hij stelde voor om een nieuw album te maken. Dat werd 'Rockery', met daarop het nummer 'Stay'. ‘Stay’ werd goed ontvangen bij de radio en het publiek en het nummer werd regelmatig gedraaid. We kregen terug meer optredens en mochten ook op TV (Pop Elektron met Bart Peeters enz.). In 1988 verscheen het album 'Skintight' met producer Werner Pensaert en met dat album konden we wel het succes bestendigen en waren we weer vertrokken. In 1990 verscheen ons best verkochte album 'Royalty In Exile'.

 

De meeste songs van The Scabs werden door alle bandleden geschreven. Hoe ging dat in zijn werk?

 

De meeste nummers van The Scabs zijn geschreven door Guy Swinnen en mezelf.  Soms werkten we de nummers uit met ons twee en soms ontstond er een nummer door te jammen met de hele band.

 

Gaat nummers schrijven vlot of is het echt werken en zoeken naar ideeën?

 

Heel mijn GSM staat vol riffjes die ik neurie en opneem. Met periodes ben je heel creatief en komen die ideetjes vrij vlot en veelvuldig, in andere periodes gaat dat iets moeilijker. Daarna is het vooral tijd maken om die ideeën uit te werken.

 

Er zijn doorheen de jaren een paar personeelswisselingen geweest bij The Scabs. Wat is volgens u de sterkste bezetting geweest van The Scabs?

 

Ongetwijfeld met Fons Sijmons en Willy Willy. Met Berre Bergen hebben we ook een fijne periode gehad, maar met de komst van Fons Sijmons gingen we over van New Wave naar rock'n roll. Het was een plezier om als drummer met zo een geweldige bassist als Fons te spelen.

 

Wat is volgens U het beste nummer dat je geschreven hebt en waarom?

 

Moeilijke vraag. De titeltrack van ons laatste studioalbum ‘Ways Of A Wild Heart’ vind ik een fijn nummer. Daar krijg ik ook regelmatig van andere muzikanten positieve reacties op. Ook ‘Matchbox’ vind ik nog steeds een erg sterk nummer en van ‘Barkeep’ ben ik ook nog steeds zeer tevreden.

 

In 1996 werd de band ontbonden. Voelde dat aan als een donderslag of als opluchting?

 

Als een zak van tweehonderd kilo die van mijn rug viel. Het was op dat moment volledig op. Na ‘Royalty In Exile’ konden wij niets meer mis doen. Alles wat we toen uitbrachten was goud en de zalen waar we speelden waren altijd uitverkocht. Als je in die positie staat kan het alleen maar minder worden. Ik herinner me nog goed dat we in die periode twee dagen na elkaar speelden op Marktrock in Leuven en dat er een massa volk was. Onze live album ‘Live Dog’ is daar trouwens opgenomen. Later dat jaar speelden we opnieuw op de Oude Markt, de ambiance was plots een heel pak minder, terwijl die er wel was bij K’s Choice, die net voor ons speelden. Toen voelden wij erg goed aan dat er iets aan het veranderen was. Het was de periode dat de Grunge was overgewaaid naar hier. Dat er een andere muzikale wind waaide hoorden we ook in onze repetitieruimte in Leuven, waar we Metal Molly, die een grote hit hadden met ‘Orange’, hoorden spelen. We kregen minder optredens en er kwamen nog een deel persoonlijke problemen bij, zoals de drugsverslaving van Fons. Het ging ook minder tussen de bandleden onderling, iedereen trok zich terug in zijn eigen wereld. Toen hebben we ook iets gedaan, wat we beter niet gedaan hadden, namelijk Willy Willy uit The Scabs zetten. We gingen daarna op zoek naar een andere gitarist en eigenlijk, als we eerlijk waren met onszelf, waren we op zoek naar een andere identieke Willy Willy, maar er is maar één Willy Willy hé. Achteraf is Tjenne Berghmans (Ex Clouseau) dan bij ons komen spelen maar dat heeft niet lang geduurd. We hebben nog één cd uitgebracht ‘Sunset Over Wasteland’, maar die plaat flopte. Daarop volgde nog een kleine tour doorheen Nederland en Vlaanderen, maar die was al evenmin succesvol. Op een avond na een repetitie belde Guy me op met de vraag of we er niet beter de brui aan gaven. Ik heb meteen ja geantwoord, and that was it.

 

Was dat voor u het definitieve einde of had je in het achterhoofd dat er misschien toch nog een comeback zou komen?

 

Neen, de bedoeling was om er definitief mee te stoppen. We hadden samen wel beslist om het niet meteen aan de grote klok te hangen, maar de dag nadien was het nationaal nieuws op de radio en TV.

 

Ergens ook normaal he. Jullie waren en zullen altijd één van de populairste bands van België blijven. The Scabs hebben hun stempel gedrukt op de Belgische muziekgeschiedenis.

 

Ik heb daar nooit bij stil gestaan, maar de laatste tijd beginnen wij dat meer en meer te beseffen.

 

In 2007 maakten jullie dan een comeback. Het concert in de AB was in enkele minuten uitverkocht en er kwamen extra concerten. Hadden jullie verwacht dat jullie na elf jaar stilte nog zo populair zouden zijn?

 

Neen, dat had niemand in onze entourage verwacht. Er was anderhalf jaar eerder al een aanvraag geweest om een reünie concert te geven, maar dat had ik afgewimpeld. Ook voor het concert in de AB in 2007 had ik een njet gegeven. Pas op het laatste moment en na de zoveelste telefoon van Willy Willy heb ik eindelijk op het allerlaatste moment toegezegd. Dat ik eerst weigerde had te maken met de situatie waarin ik me op dat moment bevond. Ik was terug gelukkig, Ik had een nieuwe vriendin (ondertussen mijn vrouw), Ik speelde bij The Kids en beleefde daarmee te tijd van mijn leven. Ik wilde niet weer herinnerd worden aan die rotperiode van de laatste maanden met The Scabs. Ik had ze volledig verbannen in mijn hoofd.

 

The Kids was een band die net zoals jullie in het punkcircuit speelde. Hoe ben je bij hen terecht gekomen?

 

Een lichttechnieker, die vroeger nog voor The Scabs had gewerkt en toen voor The Kids werkte belde me op en zei me dat The Kids een drummer aan het zoeken waren en of ik geen zin had. Ik was op dat moment nog met niets bezig en heb meteen toegezegd. Mijn eerste optreden met hen was meteen in Rome. Ik heb met die gasten de halve wereld rondgereisd, al speelden we niet altijd in grote zalen, toch was het steeds heel leuk. Ik heb twaalf jaar bij The Kids gespeeld, maar het werd uiteindelijk ook zwaar. Ik was drieënveertig, had een vaste job en was pas vader geworden. Die combinatie werd steeds moeilijker. Er kwam natuurlijk ook meer druk van The Scabs, want dat ene concert in de AB werden er uiteindelijk drie. Die optredens hebben emotioneel heel wat teweeg gebracht bij mij. Wanneer je ziet dat na zoveel jaren stilte de mensen je nog niet vergeten zijn, dan doet dat toch iets met een mens. Na de AB concerten kregen we de kans om op TW Classic, De Lokerse Feesten, Suikerrock en nog een paar andere grote festivals te spelen. Er werd goed gespeeld en we hadden terug veel succes en vooral veel goesting. Ondertussen speelde ik ook nog bij The Kids en had ik een CCR tribute band opgericht. Het werd steeds moeilijker voor mijn agenda. Een jaar later werd er besloten om een zomertour te gaan doen met The Scabs van ongeveer 30 optredens. In die periode ben ik, met veel pijn in het hart weliswaar, definitief gestopt bij The Kids. Soms moet je keuzes maken. The Kids hebben ondertussen een andere drummer en spelen nog steeds in binnen en buitenland.

 

Sindsdien zijn jullie eigenlijk nooit meer definitief weggeweest, al zaten er soms wel lange pauzes tussen. Jullie concerten zijn steeds lang op voorhand uitverkocht en dat succes vertaalde zich dit jaar op de MIA’s, met een meer dan verdiende Lifetime Achievement Award. Een paar dagen later kwam er dan veel slechter nieuws, namelijk de dood van gitarist Willy Willy. Hoewel bekend was dat Willy Willy kanker had, kwam dat toch nog hard aan. Voor jullie was het nog moeilijker, want jullie zaten in een uitverkochte theater tournee. Hoe zijn jullie met dat nieuws omgegaan en welke gevolgen heeft de dood van Willy Willy voor de toekomst van The Scabs?

 

Het was een moeilijke periode en een rollercoaster van emoties voor ons. Verleden zomer had Willy ons al gezegd dat hij kanker had en dat het onomkeerbaar was. We wilden dat niet geloven en dachten en hoopten dat Willy die ziekte wel zou overwinnen. We hebben die zomer onze tournee afgewerkt. Op dat moment was er nog niets te merken van zijn ziekte. Een paar maand daarna zijn we begonnen met de repetities van onze huidige akoestische theater tour Forty Years en toen zagen we wel dat het niet zo goed ging met hem. Sinds vorig jaar nemen we een extra gitarist mee (David Piedfort) om Willy waar nodig wat back-up te geven. We merkten ook al snel dat dit noodzakelijk zou zijn. Op een gegeven moment is Willy ook gestopt met zijn chemische behandeling omdat hij er erg van af zag. Nog liever 2 à 3 maanden minder lang leven dan zich de hele tijd misselijk te voelen was zijn uitleg. Vanaf dat moment ging hij zeer snel achteruit. We vreesden dat hij de uitreiking van de MIA Lifetime Achievement Award niet meer zou halen, maar gelukkig kon Willy nog bij ons zijn op dat prachtige moment. Volgens mij heeft Willy zijn laatste krachten opgespaard om toch maar op die Award uitreiking aanwezig te kunnen zijn. Daarna ging het snel achteruit en op dertien februari 2019 stierf Willy. Willy had de wens uitgedrukt dat we de tournee zonder hem moesten afwerken als er iets met hem zou gebeuren. Het eerste optreden zonder hem, één dag na zijn dood was ontzettend moeilijk en emotioneel. We hebben even getwijfeld om het te cancelen. Maar uiteindelijk zijn we toch blij dat we die dag gespeeld hebben.

 

Je vertelde mij daarstraks dat al een tijdje beslist was dat jullie een jaar pauze gingen nemen na de akoestische tournee. Wat mogen de muziekliefhebbers nog verwachten van The Scabs?

 

Daar kan ik momenteel weinig over zeggen. We hadden sowieso beslist om na deze tour een stop te doen van één jaar. Hoe het daarna verder moet zullen we dan wel zien.

 

Buiten The Scabs speelde je nog bij diverse bands, zoals De Mens, Wim Punk, The Kids en The Me in You. Over The Kids hadden we het al. De keuze van The Me In You was minder vanzelfsprekend. Wat trok je aan in deze band en in hun muziek?

 

The Me In You is een band van Molenstede. Ik woon sinds een aantal jaar in Molenstede. In Café Den Hemel raakte ik aan de praat met één van de jongens van The Me In You en van het één kwam het ander. Op een bepaald moment kreeg ik telefoon met de vraag of ik zin had om mee te spelen met hen. Het zou voor één optreden zijn. Na het beluisteren van hun demo’s was ik toch wel zeer aangenaam verrast. Ze maken zeer gevoelige melancholische muziek en dat raakte me wel. Het zijn bovendien ook super fijne mensen. Ik heb met hen twee cd ’s gemaakt. De singles ‘The Girl In Armer’ en ‘Plastik’ belandden zelfs in de afrekening van de Studio Brussel. We hebben als voorprogramma van Customs getoerd in België en Nederland. Daarna werd het wat stiller rond de band. Uiteindelijk heb ik bijna 10 jaar met hen gespeeld. Ik hou er fijne herinneringen aan over.

 

Je bent ook nog steeds actief als zanger/drummer bij Creedence Clearwater Revival tribute band Cosmo's Foger-T. Dit is al je tweede CCR tribute band, wat spreekt je aan in de muziek van Creedence Clearwater Revival?

 

Zoals ik in het begin van dit interview al vertelde heeft de muziek van Creedence Clearwater Revival de muziekmicrobe in mij wakker gemaakt. Niet alleen hun muziek vond ik fascinerend, maar ook hun geheimzinnige platenhoezen vond ik geweldig. Na de split van The Scabs kreeg ik het idee om een CCR tribute band op te richten. De muzikanten had ik vrij snel gevonden maar een zanger vinden was niet zo simpel. We hebben verschillende audities gedaan maar er zat geen John Fogerty tussen. Ondertussen bleven we repeteren en zong ik de partijen. Op een gegeven moment was er een optreden geboekt en de rest van de band vond dat ik maar moest zingen. Ik had nog nooit lead live gezongen. Dat eerste optreden was één van de spannendste momenten van mijn leven. Gelukkig kregen we goede kritieken en ze vonden de zang sterk lijkend op die van John. De zoektocht werd stopgezet en ik deed voortaan de leadzang. Na een paar jaar hielden we het voor bekeken. Verschillende jaren later belde Geert Schurmans (ondertussen bassist Scabs) me op, hij wilde zo graag CFT terug oppikken. Ik was eerst een beetje terughoudend, maar uiteindelijk ben ik er mee akkoord gegaan. Er was wel een probleem, de vorige gitarist deed niet mee. Dus moesten we op zoek naar een nieuwe gitarist. Na een paar moeizame audities had ik bijna de moed opgegeven. Wat later zat ik in een zaaltje in Molenstede op een feestje, mijn vrouw wees een gast aan die ook gitaar speelde. Ik ben met hem beginnen praten en vroeg hem of hij misschien interesse had om eens een auditie te komen doen. Jo Neyskens toonde dadelijk interesse. Ik mailde hem drie songs door en vroeg hem een seintje te geven als hij klaar was. De volgende dag belde Jo al dat hij klaar was. Ik dacht dit kan niet, maar op de repetitie was ik zo verbaasd van zijn gitaarspel dat ik meteen wist dat is hem. Cosmo’s Foger-T was geboren

 

Jullie spelen meer de rauwere en niet de cleane studio versies van die nummers. Is daar een speciale reden voor?

 

We zijn een live band en we hebben er voor gekozen om de versies van ‘Live In Europe’ te spelen. Dat is ook de sound die het beste bij ons past. Ik vind bands die de plaatversies willen spelen altijd zo steriel.

 

Tot slot als oude rat in het vak. Welke raad kan jij jonge muzikanten meegeven Frank.

 

Blijven geloven in wat je doet en blijven volhouden. Niet opgeven bij de eerste tegenslag. Vaak wordt dat beloond, al is dat natuurlijk ook geen garantie. Een beetje geluk is er ook wel mee gemoeid.

 

Bedankt Frankie en ik wens je nog heel veel geluk en succes toe met je persoonlijke en muzikale leven.

 

Wie Frankie met The Scabs of Cosmo's Foger-T live aan het werk wil zien kan dat in de volgende weken. The Scabs treden nog vier keer op in de theater tour Forty Years , namelijk op 10 mei in De Spil In Roeselare, op 12 mei in CC Ter Vesten in Beveren en op 18 en 19 mei in CC  Den Amer in Diest. Naar Cosmo's Foger - T kan je gaan op 25 mei in de Hasselt Live concerten in Hasselt, op 8 juni in Live On Stage in Diest en op 15 juni in Oud Turnhout bij Zomer Op Het Plein.

 

Interview: Walter Vanheuckelom