BLUES PEER FESTIVAL - PEER 21 JULI 2019 - DAG 3 - Walter Vanheuckelom

Reports

About: 
BLUES PEER FESTIVAL - PEER 21 JULI 2019 - DAG 3 - Walter Vanheuckelom
Artist: 
Blues Peer Festival
Date: 
21/07/2019
Venue: 
Blues Peer Festival
Place: 
Peer
Your Reporter on the Spot: 
Walter Vanheuckelom
BLUES PEER FESTIVAL - PEER 21 JULI 2019 - DAG 3 - Walter Vanheuckelom
 
 
 
 
 
 
De laatste dag van Blues Peer viel samen met onze nationale feestdag en dat was voor presentator Rick De Leeuw voldoende om te komen vertellen dat de jongens van de luchtmacht van de naburige kazerne in Kleine Brogel zouden komen overvliegen als eerbetoon aan vijfendertig jaar Blues Peer. Die nationale feestdag kon de meeste festivalgangers ook geen reet schelen. Zij wilden alleen maar goede muziek, een drankje en genieten van een fijne zondag. Zoals al jaren traditie is in Peer werd de laatste dag geopend met de recentste European Blues Challenge winnaars en dat was dit jaar Kyla Brox. Einde maart bracht Kyla een bijzonder sterk album 'Pain & Glory' op de markt. Voor de mensen die op de camping verbleven en nog sliepen moet het een plezier geweest zijn om gewekt te worden door de hemelse engelenstem van de bevallige
Kyla Brox. Deze dame uit Manchester bezit een fantastisch mooie en warme stem met een heel groot bereik. Ze opende met 'If You See Him', een mix van blues, soul en gospel. Daarna kwam er meer swung in haar muziek met de lome blues shuffle 'It's A Beautiful Day', waarin gitarist Paul Farr voor de eerste keer knap uithaalde met een splijtende snarensolo. Het was inderdaad een mooie zonnige dag. Kyla en haar band gaven het beste van zichzelf en de vroege festivalgangers genoten met volle teugen van deze prachtige muziek, de geweldige stem van Kyla en de instrumentale sterkte van haar band. Met gitarist Paul Farr, bassist Danny Blomely en drummer Mark Warburton had Kyla een sterke band naast haar, die haar vooruit kon stuwen indien nodig, maar die ook schitterde bij de ingetogen momenten. In de soulvolle bluesballade 'Pain & Glory', de titeltrack van haar recentste album kwam de kracht en de schoonheid van Kyla's stem volledig tot haar recht. Andere hoogtepunten waren de stevige blues cover 'The Best Thing You Ever Had', het autobiografische en swingende rhythm & blues nummer 'Blueman's Child', waarin Kyla zong over haar jeugdjaren on the road met de band van haar vader. In deze 'Bluesman's Child' kregen we een mooie bas solo van Danny Blomely en liet Kyla horen dat ze buiten een sublieme zangeres ook nog op een prachtige wijze de dwarsfluit kon bespelen. In het broeierige en soulvolle, politiek getinte 'For The Many', zong Kyla met veel overtuiging dat iedereen klaar moet zijn voor een nieuwe revolutie, dat je aan de boom moet schudden om een nieuwe start te maken. Ze sloot haar veel te korte concert af met de Leonard Cohen cover 'Hallelujah'. Hoewel dit nummer al ontelbare keren gecoverd is, hoorde ik zelden zo'n mooie versie als die van Kyla Brox en dat was in de eerste plaats haar verdienste. Ze zong deze wondermooie en beklijvende 'Hallelujah' met zoveel warmte, gevoel en emotie dat het moeilijk is om met woorden te zeggen hoe geweldig ze klonk, want woorden zijn te klein om dit uit te drukken. Ze begon aan Hallelujah' met alleen de gitaar van Paul Farr als begeleiding. In het tweede gedeelte kwam een ingetogen ritmesectie het duo wat versterken. Het kippenvelmoment van de derde festivaldag vond plaats iets na half één in de namiddag. Top concert.
 
 
 
 
 
 
 
Het tweede concert op zondag kwam van de Amerikaanse troubadour Tim Easton, die helemaal alleen op het podium verscheen. Zijn enige compagnons waren zijn akoestische Gibson J45 en een paar mondharmonica's. Hij werd geboren in de staat New York, tegen de Canadese grens. Zijn vormende jaren bracht Tim door in Tokyo, Japan en Akron, Ohio. Hij was vaak op reis en leerde de gehele wereld kennen. Hij leefde zeven jaar als bonafide troubadour in Europa, waar hij speelde in straten, op pleinen en in clubs. Hij woonde in Parijs, Londen, Madrid, Praag, Dublin en waar hij ook was, steeds legde hij zijn hoed. In het begin van de eenentwintigste eeuw trok Tim terug naar de Verenigde Staten, eerst naar New York City, later naar Los Angeles en momenteel verblijft hij in Nashville. 'Paco & The Melodic Polaroids', een volledig uitgekleed akoestisch werk is één van zijn laatste albums en zijn meest recentste album 'Exposition' verscheen dit jaar. Tim begon aan met zijn concert in Peer met 'Elmore James' een eerbetoon aan blueslegende Elmore James. 'Don't Lie' schreef hij nadat hij een ruzie bijwoonde tussen een man en een vrouw en hun woorden later op papier schreef. Verder in het concert kregen we nog de protestsong 'Shut That TV Down', de prachtige ballade 'Let Me Be Next To You' en het bluegrass nummer 'The Old New Straitsville Blues'. Het meest bekende nummer uit dit concert was zonder twijfel 'Summertime'. Ook hier wist Tim er in zijn akoestische versie iets moois van te maken. Alle respect en bewondering voor deze man die in zijn eentje in slaagde om het publiek te laten luisteren naar zijn muziek. Dat deze man muziek ademt zagen we later op de dag nog in de kleine tent van de Mojo Jam Sessions.
 
 
 
 
 
Hun podium van de Mojo Jam Sessions was niet zo groot en trok misschien wat minder volk toch waren er op de Mojo Jam Sessions regelmatig heel mooie dingen te horen. Verscheidene artiesten die op het hoofdpodium stonden, kwamen achteraf mee jammen in de kleine tent. Walter Coolen, Kurt Van de Wiele, Anna Lee, Hanna Jansen, Heidi Nouwen en Bart Cocquyt waren de drijvende krachten en zorgden steeds voor een gezellige ambiance, met talrijke vocale en instrumentale hoogstandjes. Het plezier droop er steeds af bij de muzikanten en ook het publiek vermaakte zich kostelijk. Van de mensen op het hoofdpodium herkende ik in deze tent zeker Tim Easton, Adam MacDougall (toetsenist Chris Robinson Band), bijna de gehele of misschien wel de gehele Honey Island Swamp Band.
 
 
 
 
 
 
De Amerikaan Malford Milligan werd in 1959 in Taylor,Texas geboren. Hij is een soul, blues and gospel zanger die al achtmaal de Award won als beste zanger op de Austin Music Awards. Malford brak in 1994 door in Amerika als frontman van de succesvolle rock formatie Storyville en heeft sindsdien vele projecten en albums op zijn naam staan. Na deze periode kwam Malford in contact met de Nederlander Jack Hustinx, bekend als frontman en oprichter van de succesvolle band Shiner Twins, waarmee al snel een goede klik ontstond. Samen schreven zij aan het door Hustinx geproduceerde album 'Sweet Cherry Soul', dat als The Malford Milligan Band in 2002 uitgebracht werd. Milligan en Hustinx bleven al die jaren contact met elkaar houden en dat resulteerde in 2015 in een nieuwe samenwerking. Milligan schreef mee en was te horen op het album 'Over Yonder' van Jack Hustinx & The Southern Aces. Dit Americana album kende heel wat succes en in het verlengde van dat succes verscheen in oktober 2018 'Life Will Humble You' van Malford Milligan & The Southern Aces. Door zijn krachtige, soulvolle stem en zijn indrukwekkende voorkomen wordt Malford Milligan vaak vergeleken met soul iconen als Otis Redding en Al Green. De verwachtingen waren hoog gespannen na zijn uitstekende concerten op het Gevarenwinkel Festival in 2018 en Hookrock 2019. Malford begon zijn concert met een geweldige 'The Man I Used To Be' en daar hoorden we in dat Jack en Malford ook mindere periodes hebben gekend, want de tekst gaat over iemand in een donkere periode van zijn leven die zich realiseert dat hij nog maar een schim is van wie hij ooit was. Ook in de uptempo nummers zoals 'I Don't Mind It At All', een rock'n roll song, waarin twee vechters proosten op weg naar al het moois dat hen nog te wachten staat, schitterde Malford en zijn band. Drummer Fokke De Jong en bassist Roelof Klijn zorgden voor de heerlijke groove. De liefdesballade 'I'm Glad To Do It', is een cover van C.L. Blast, waarvoor Malford en Jack nieuwe arrangementen schreven. Malford Milligan wist heel zijn hart en ziel in zijn stem te leggen tijdens dit liefdesverhaal. Gitarist Eric Van Dijsseldonk en pianist Roel Spanjers zorgden met sublieme riffjes voor de instrumentale afwerking. Dat de echt belangrijke dingen in dit leven heel simpele dingen zijn als liefde, respect, eerlijkheid, redelijkheid en vriendelijkheid was te horen in 'Life Will Humble You', waarin Roel Spanjers te horen was op accordeon. Het beste nummer was voor mij 'Yo Yo', een Stephen Bruton cover. Deze wondermooie ballade werd weer met erg veel gevoel gezongen door de warme soulvolle stem van Malford Milligan. Toetsenist Roel Spanjers en gitarist Eric van Dijsseldonk tonen nogmaals hun klasse met een erg knappe solo die perfect paste bij deze soulvolle ballade. Andere hoogtepunten waren de Sam Cooke cover 'A Change Is Gonna Come', de Otis Redding cover 'I've Got dreams To Remember' en de toegift 'Feel Like Going Home' een Charlie Rich cover. De beklijvende stem van Malford kreeg in het begin van deze ballade alleen begeleiding van de piano van Roel Spanjers. In het tweede gedeelte kwam de rest van de band het duo versterken. Malford Milligan & The Southern Aces gaven een uitstekend concert en kregen dan ook een langdurig applaus van een dankbaar publiek.
 
 
 
 
 
 
De eenenveertigjarige Brit Matt Schofield is een echte gitaarvirtuoos. Hij was nog maar dertien jaar wanneer hij voor het eerst een optreden gaf. Op zijn achttiende ging hij in Londen wonen om als sideman zijn vaardigheden aan te scherpen en ervaring op te doen bij bekende artiesten uit de Britse bluesscene, om Amerikaanse artiesten te zien spelen en ook om internationaal te touren. Op zijn vijfentwintigste begon Matt met het vormen van een eigen band. Hij wilde zijn eigen nummers spelen en hij wilde nooit dat zijn eigen muziek zou worden beperkt door een rigide formule of genre. Hij wilde gewoon Matt Schofield muziek spelen, een mix van klassieke jazz, funk, soul, blues en rock. Matt Schofield bracht vijf studioalbums uit, waarvan 'Far As I Can See' uit 2014 zijn meest recentste is. Het Britse magazine Guitars & Bass Magazine zette Matt Schofield bij de tien beste Britse gitaristen aller tijden. Hij kwam naar Peer met zijn vaste compagnon en toetsenist Jonny Henderson en drummer Evan Jenkins. Openen deed het Matt Schofield Trio met het iets oudere 'What I Wanna Hear' uit het album 'Heads, Tails & Aces' uit 2009. Een jazzy blues song waarin Jonny en Evan voor de erg knappe groove zorgden. Meteen liet Matt flarden van zijn klasse horen op zijn SVL Sixty One Daytona gitaar. Nadat Schofield zijn band had voorgesteld ging hij verder met 'Live Wire', waarin Evan op drums voor de intro zorgde. In dit blues nummer met funk invloeden soleerde Matt minutenlang met vanzelfsprekend gemak en met erg veel gevoel op zijn six string. Daarna imponeerde Jonny Henderson op de klavieren van zijn Hammond B3. Het funky 'Siftin' Thru The Ashes' had een opzwepende groove. Schofield is dan wel de frontman en trok veel aandacht naar zich toe, maar hij liet zijn uitstekende muzikanten ook veel ruimte en tijd om hun klasse te etaleren. Zo mochten beiden in deze lange versie van 'Siftin' Thru The Ashes' in de schijnwerpers met een uitgebreide solo. Evan Jenkins was de eerste die met gevarieerd slagwerk op zijn drum alle aandacht opeiste. Daarna was het toetsenist Jonny Henderson die de finale solo voor zijn rekening nam. Het was ons al opgevallen dat er nog een micro in het midden van het podium voorzien was, die werd in het vierde nummer voor drie songs ingenomen door zangeres Christine Tambakis. Daardoor kregen we wel een heel andere genre van muziek te horen. Christine had een erg goede en volle stem. Met de covers 'Doctor Feelgood' van Aretha Franklin en 'Little By Little' van Junior Wells kreeg Christine de handen van het publiek vlot op elkaar. De erg lange versie van 'Where Do I Have To Stand' was voor mij het absolute hoogtepunt van het concert. Hier kwam de instrumentale virtuositeit van Matt, Jonny en Evan volledig tot zijn recht. Alle drie lieten ze ons weer genieten van een uitstekende en gevarieerde solo. In dit soort tragere nummers kwam nog meer tot uiting wat een super gitarist Matt Schofield wel is. Wat Matt daar minuten lang uit zijn gitaar toverde is weinigen gegeven. Je zou haast willen dat er nooit een einde kwam aan deze schitterende 'Where Do I Have To Stand'. Ook in het funky 'Hindsight' gaf frontman Schofield een gierende en weergaloze solo weg, al was Jonny met zijn toetsen ook nooit ver weg. De ritmesectie met Jonny op bas (klavieren) en Evan op zijn drums speelden weer een perfecte partij. Schitterend optreden van Matt Schofield.
 
 
 
 
 
 
Na een jaar treuren om het verlies van zijn vader en moeder was Devon Allman in december 2017 klaar om terug muziek te maken. Eerst met The Devon Allman Project, samen met Robert Randolph en G. Love. Later kwam daar ook Duane Betts, zoon Dickey Betts, gitarist en zanger bij The Allman Brothers Band bij. In 2018 speelden Devon en Duane zo meer dan honderd concerten samen bij The Devon Allman Project. Zowel Duane als Devon besloten om samen een nieuwe uitdaging aan te gaan en om samen nieuwe muziek te schrijven en op te nemen. In een volgende stap besloten ze hun oude vriend Berry Duane Oakley, zoon van de oprichtende bassist van de Allman Brothers Band, Berry Oakley, op te bellen en ze vroegen hem om zich bij hen aan te sluiten. Daarna rekruteerden ze doorgewinterde spelers uit het Project ensemble, zoals slide gitarist Johnny Stachela, drummer John Lum en percussionist R. Scott Bryan (Sheryl Crow). In november 2018 kondigden ze de oprichting van The Allman Betts Band aan. Ze doken de studio in en het resultaat was het schitterende debuutalbum 'Down By The River' dat in juni van dit jaar verscheen. Vanaf de eerste noot wisten The Allman Betts Band het publiek te boeien met hun heerlijke Southern America rock. Het was geen spectaculair nieuw geluid dat we hoorden, maar dat hoefde ook niet. Het was net of The Allman Brothers II op het podium stonden. Het begin was ook enorm sterk met het begeesterende 'All Night' en het heerlijke 'Shinin'', waarin slide tovenaar Johnny Stachela ons al meteen in vervoering bracht met zijn wondermooie slide partijen. Duane Betts zong het aanstekelige country getinte Americana nummer 'Blue Sky' met een fenomenale Johnny Stachela in de hoofdrol op gitaar. 'Blue Sky' was zeker niet de enige cover van The Allman Brothers tijdens dit concert. Ook het prachtige 'Ain't Wastin'Time No More' kwam van deze legendarische band. Devon Allman nam het vocale gedeelte voor zijn rekening. Devon bezit charisma en hij wist al geen ander zijn publiek te bespelen. Na 'All Night' en Shinin'' was het tragere instrumentale 'Autumn Breeze' het derde nummer uit hun album 'Down By The River'. Met de geweldige Prince cover 'Purple Rain' kregen The Allman Betts Band het publiek helemaal op hun hand. Heel de tent stond mee te zingen en Devon stond te glunderen op het podium. Minuten na het einde van 'Purple Rain' stond de hele tent nog oh ohohoh te zingen. We kregen ook nog een extra lange versie van de melodieuze titeltrack 'Down To The River' en ook hier was er veel betrokkenheid van het publiek. De Southern ballade 'Long Gone' was het laatste hoogtepunt van dit geweldige concert. Het optreden op Blues Peer was het enige concert van The Allman Betts Band in ons land.
 
 
 
 
 
 
Uit eigen land kwam Black Box Revelation. Jan Paternoster en Dries Van Dijck zaten eerst in verscheidene andere bands eer ze in 2006 met Black Box Revelation begonnen. Het eerste grote debuut werd gemaakt op Het Kampioenschap van Brussel in 2006, waar ze meteen de 2de plaats wisten te behalen. Hun mix van garagerock met bluesroots sloeg aan bij het publiek en ze werden in datzelfde jaar tweede op Humo's Rock Rally. De band kreeg vrij veel airplay op Vlaamse jongerenzender Studio Brussel met hun single 'Kill For Peace' en de dankzij Poppunt (100% puur) opgenomen song 'Fighting With The Truth'. In de zomer van 2007 stond de band op Dour Festival (14 juli) en Pukkelpop (16 augustus), twee van de meest prestigieuze festivals in België. Een jaar later speelden ze op Rock Werchter en Pukkelpop en volgde een tournee doorheen de USA. Ook later blijft het duo succesvol. Ze blijven spelen voor uitverkochte zalen en op grote festivals en blijven overal prijzen winnen. Ze wonnen al vier Mia Awards en ook hun vijf studioalbums verkochten als zoete broodjes. In oktober 2018 verscheen hun recentste album 'Tattooed Smiles' en het was dan ook niet verwonderlijk dat heel wat nummers op de setlist in Peer van dit album kwamen. Voor hun optreden in Peer hadden ze gitarist/toetsenist Jasper Morel meegenomen. Wat me opviel toen ik foto's ging maken, was dat er een jonger publiek de eerste rijen voor het podium vulden. De band zette snoeihard in met 'High On The Wire' en dat geluid bevestigde meteen dat deze muziek niet de muziek was die op Blues Peer thuishoort. Ik ben nog even blijven luisteren, maar het was voor mij veel te hard en niet de muziek waar ik warm van loop. Dus leek het mij het beste om de innerlijke mens te gaan versterken, want door het prachtige programma voor Black Box Revelation was het daar nog niet van gekomen. Toen ik later terug op mijn stoel in de tent kwam, zag en hoorde ik een duidelijk contrast. Bij het rechtstaande publiek vooraan aan het podium zag en hoorde je veel enthousiasme. Achteraan bij het publiek toch veel onbegrip. In mijn ogen is Jan zeker geen zanger, maar daar zullen de meningen ook over verschillen vrees ik. De betere nummers waren voor mij 'Gloria' en 'My Perception', maar als je dan dit laatste nummer afsluit met minutenlang de woorden My Perception te brallen dan hoefde dat nummer voor mij ook niet meer. Natuurlijk verschillen smaken en wens ik de jongens van Black box Revelation succes, maar voor mij was deze band toch niet op zijn plaats in Blues Peer,  dat voor mij voor de rest een  heel mooi affiche had. Op een ander festival met een ander en jonger publiek zal Black Box Revelation veel beter tot hun recht komen.
 
 
 
 
 
 
De Amerikaan Kenny Wayne Shepherd had de eer om de vijfendertigste editie van Blues peer af te sluiten. Op dertienjarige leeftijd werd Kenny door blues muzikant Bryan Lee uitgenodigd om op te treden op het River Revel Arts Festival in Shreveport. Van dat optreden werd een video gemaakt en door die video geraakte Kenny Wayne tot bij Irving Azoff, grote baas van Giant records. Irving was onder de indruk en liet Kenny een platencontract tekenen. In 1995 verscheen bij Giant het debuutalbum 'Ledbetter Heights', dat het erg goed deed. De grote internationale doorbraak kwam twee jaar later met het tweede album 'Trouble Is'. Inmiddels is Kenny Wayne Shepherd al vijfmaal genomineerd voor een Grammy Award en won hij twee Billboard Music Awards, twee Blues Music Awards en twee Orville H. Gibson Awards. Kenny's negende album 'Lay It On Down' verscheen op 21 juli 2017 en kwam op drie verschillende (blues, current rock albums en internet albums) Billboard Charts meteen binnen op de eerste plaats. Eind mei van dit jaar verscheen met 'The Traveler' zijn tiende album. Het concert begon met de stomende en beukende midtempo bluesrocker 'Woman Like You'. Het was een nummer met een geweldig aanstekelige rock groove en de scheurende snarensolo van Kenny Wayne op zijn Fender Stratocaster raakte je tot in de kleinste vezels van je lichaam. Met een krachtige volle stem wist Noah Hunt dit groovende en beukende nummer op een overtuigende wijze te zingen. De nu eenenveertigjarige Shepherd is getrouwd en is vader van vijf kinderen en zijn doel was om met 'Woman Like You', de vrouw in de relatie te verheerlijken, met de belofte dat hij haar nooit in de steek zou laten. De band bleef op hun zelfde hoge niveau verder gaan met de rocker 'Mr. Soul', een cover van Buffalo Springfield. Drummer Chris Layton en bassist Nelson Scott zorgden voor een opwindende denderende intro in 'Long Time Running', een erg mooi opgebouwde rocker, die verscheidene ritme veranderingen kende en waarin Kenny Wayne Shepherd zelf de kers op de taart plaatste met een epische verschroeiende gitaar solo. Toetsenist Joe Krown was het gehele nummer door uitstekend aanwezig tijdens 'Long Time Running'. 'I Want You' was een smeulende midtempo rocker, die weer op een prachtige en overtuigende wijze gezongen werd door de geweldige stem van Noah Hunt. In dit extra lange nummer was er natuurlijk plaats voor solo werk en Kenny Wayne Shepherd etaleerde zijn klasse als gitarist dan ook met twee adembenemend mooie en gevarieerde snarensolo's. De gitaarliefhebbers zullen zeker gesmuld hebben van dit zinderend en splijtend gitaar werk. Ook de toetsen namen een deel van het solowerk voor hun rekening, maar meer in een dienende rol en als aanloop voor het indrukwekkende gitaarspel van Shepherd. De Elmore James cover 'Talk To Me Baby' was een swingende bluesrock shuffle en 'Heat To The Sun' was een epische midtempo rocker met spetterend vuurwerk op de gitaar van Kenny. Afsluiten doet Kenny Wayne Shepherd in stijl met de Joe Walsh cover 'Turn To Stone'. Na een oorverdovend applaus krijgt het publiek nog drie toegiften, te beginnen met de geweldige midtempo Southern rocker 'Blue On Black', dat een geweldig sterk refrein had en episch gitaarwerk. Alle registers werden opengetrokken voor de Slim Harpo cover 'I'm A King Bee'. Blues Peer werd afgesloten met de bluesrock klassieker 'Voodoo Child', een cover van de Jimi Hendrix Experience. Kenny Wayne Shepherd en zijn band speelden een geweldig concert op Blues Peer.
 
 
 
 
 
Walter Vanheuckelom