STEVE DAWSON - LUCKY HAND

Album Review

Album: 
STEVE DAWSON - LUCKY HAND
Artist: 
Steve Dawson
Record Label: 
Black Hen Records
Style: 
Instrumentale akoestische Americana, Blues en Folk
Date: 
15/06/2018
Reviewed by: 
Walter Vanheuckelom
STEVE DAWSON - LUCKY HAND
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Steve Dawson is een Canadese gitarist, songwriter en producer die geboren is in Vancouver, maar hij woont nu in Nashville waar hij werkt als soloartiest, sideman en platenproducer. Steve heeft een indrukwekkende carrière, want sinds de millenniumwisseling was hij actief op meer dan tachtig albums actief als muzikant of als producer. Steve heeft met The Henhouse zijn eigen studio in Nashville en is ook baas van het platenlabel Black Hen Records. Hij werd achttien keer genomineerd op de Juno Awards en won de Juno Award zeven maal. Hij won driemaal de Award Producer Of The Year op de Western Canadian Music Awards en ook op Canadian Folk Music Awards won hij driemaal de Producer Of The Year Award. Dawson werkte met heel wat gerenommeerde artiesten zoals John Hammond, Sonny Landreth, Van Dyke Parks, Colin James, Jim Byrnes, Jill Barber, Dave Alvin , Bob Brozman, Tim O'Brien, Fats Kaplin, Colin James, The McCrary Sisters, Matt Chamberlain, Del Rey, Long John Baldry, Bruce Cockburn, Kelly Joe Phelps, Linda McRae, CR Avery, Alvin Youngblood Hart, Geoff Muldaur, Scott Amendola, Danny Barnes, The Deep Dark Woods en Colin Linden. Tussen het producen van projecten voor andere artiesten, heeft Steve ook eigen muziek opgenomen, vooral blues, jazz, Hawaïaanse, rock en experimentele muziek. Zijn debuutalbum 'Bug Parade' verscheen in 2001 en was een akoestisch album. In 2005 verscheen de opvolger 'We Belong To The Gold Coast', dat vooral blues en Hawaiiaanse invloeden bevatte. 'Lucky Hand' het nieuwe album van Steve Dawson is al zijn achtste album. 'Lucky Hand' is een fascinerende verzameling van nieuwe, originele instrumentale vinger en slide gitaar nummers, waarvan er vijf Dawson herenigen met zijn oude kennis Jesse Zubot, die ongelofelijke delen van het strijkkwartet arrangeerde. Live opgenomen van de vloer brengt het de Amerikaanse primitieve stijl samen die Steve vaak heeft verkend. 'Lucky Hand' bevat ook solo uitvoeringen en duetten met de opmerkelijke John Reischman op mandoline en de legendarische Nashville harmonicaspeler Charlie McCoy.
 
 
 
 
 
 
 
Dat Steve Dawson een voorliefde heeft voor veel soorten muziek, wisten we al door zijn vorige zeven albums waarop een enorme diversiteit van muzikale genres en stijlen aanwezig waren. Nu verrast Steve ons met een volledig instrumentaal album, dat live werd opgenomen met twaalf microfoons in verschillende posities opgesteld in de grote studioruimte om de gitaar en orkestratie zo goed mogelijk vast te leggen. Sinds het begin van zijn carrière valt Dawson op met zijn ongedwongen aanpak van slide en fingerstyle gitaar. Soepele melodieën dansen door de onderstroom van zijn bedrieglijk eenvoudige liedjes, maar krassen een beetje onder de oppervlakte en er is een schat aan muzikale rijkdom ingebed in de tracks die zich langzaam openbaren. Zoals het spel van Dawson aantoont, kan het een leven lang zwoegen om zo muziek te maken die zo vloeiend, ongedwongen en gemakkelijk klinkt. Luister aandachtig en je zult flarden muziek uit de geschiedenis ontdekken. De Delta Blues, knikt naar Chet Atkins, de gevolgtrekking van een John Hurt melodie uit Mississippi, de dissonantie van John Fahey herinnerd in een ondersteunende snaar en moderne aanrakingen met knikken om Leo Kottke en Sonny Landreth. Sluit je ogen en je kunt je voorstellen dat Doc Watson en Charlie Patton samen jammen, een knipoog delen en een knipoog geven om een ​​melodie op te lossen. Maar Steve Dawson is nooit eerzuchtig zonder doel en heeft geen interesse in het weerkaatsen van oude riffs om te laten zien hoe diep zijn muzikale kennis is.
 
 
 
 
 
 
In de speelse opener 'The Circuit Rider Of Pigeon Force' kunnen we meteen genieten van het geweldige samenspel van de twaalfsnarige akoestische gitaar van Steve en de viool van Jesse Zubot. In dit soundtrackachtig nummer tonen beide begenadigde virtuozen dadelijk hun enorme vaardigheid waarmee ze hun snaarinstrument bespelen en beheersen. Na het samenspel tussen de twaalfsnarige akoestische gitaar en de viool, krijgen we in 'Bentonia Blues' nogmaals begeesterend samenspel te horen, maar nu tussen de National Tricone resonator van Steve en de mondharmonica van rootslegende Charlie McCoy. In 'Bentonia Blues' zijn invloeden van Skip James te horen. De strijkers, met de wondermooie cello van Peggy Lee, de altviool van John Castelic en de violen van Jesse en Josh Zubot, zorgen samen met de twaalfsnarige gitaar van Steve voor hemelse geluiden in het Cajun getinte 'Bone Cave'. Hetzelfde quintet begenadigde snaarvirtuozen etaleert nogmaals hun klasse in 'Hale Road Revelation' en 'Old Hickory Breakdown'. Door het geweldige samenspel van Steve's akoestische gitaar met de mandoline van John Reischman in 'Little Harpeth' lijkt het wel of beide instrumenten een conversatie voeren. Dat Steve over heel goede en snelle vingers beschikt blijkt nogmaals In het bijna vier minuten durende 'Hollow Tree Cap' en het afsluitende 'Bugscuffle', dat de gitaarvirtuoos solo voor zijn rekening neemt en waarin hij de twaalf snaren op het fretboard van zijn akoestische gitaar op de juiste en gevoelvolle wijze weet te beroeren. Bij het schrijven van dit nummer heeft Steve Dawson waarschijnlijk heel goed naar de muziek van Leo Kottke geluisterd. Tijdens 'Lonesome Ace' kunnen we weer wegdromen bij het meesterlijke samenspel van de gitaar en de strijkers. Het instrumentale 'Lucky Hand' van Steve Dawson is een verrassend album geworden, waarin het vooral genieten is van het smaakvolle en behendige snarenwerk van gitaarvirtuoos Steve Dawson. (7,5/10)
 
 
 
 
 
Walter vanheuckelom
 
 
 
01. The Circuit Rider of Pigeon Force
02. Bentonia Blues
03. Bone Cave
04. Hale Road Revelation
05. Old Hickory Breakdown
06. Little Harpeth
07. Lucky Hand
08. Hollow Tree Gap
09. Lonesome Ace
10. Bugscuffle
 
 
Steve Dawson; Twaalfsnarige akoestische gitaar, Weissdenborn Lapsteel gitaar, National Tricone gitaar en ukulele
Jesse Zubot: Viool
Josh Zubot: Viool
John Castelic: Alt viool
Peggy Lee: Cello
John Reischman: Mandoline
Charlie McCoy: Mondharmonica
Jeremy Berkman: Trombone
Nick anderson: Franse trompet
Sam davidson: Klarinet