FRED CHAPELLIER - IT NEVER COMES EASY

Album Review

Album: 
FRED CHAPELLIER - IT NEVER COMES EASY
Artist: 
Fred Chapellier
Record Label: 
Dixiefrog
Style: 
Blues
Date: 
19/04/2016
Reviewed by: 
Walter Vanheuckelom

FRED CHAPELLIER - IT NEVER COMES EASY

 

http://www.fredchapellier.net/

https://www.facebook.com/fred.chapellier?fref=ts

 

 

Fred Chapellier werd geboren 4 juni 1966 in Metz. Dankzij zijn oudere broers maakte hij al vlug kennis met de wereld van de rock en blues muziek. Fred begon eerst als drummer, maar na drie jaar probeerde hij de gitaar en dat was meteen een openbaring. De eerste band van Fred was Kashmir, in de beginjaren negentig. Daarna richtte hij Men In Blue op, waarin hij de gitaar en de zang deelde met de Amerikaan Big Joe Barret. Er volgden twee albums, maar Fred voelde zich beperkt en wilde controle over zijn eigen muziek en in 1999 vormde hij dan de Fred Chapellier Blues Band. Met deze band nam Chapellier ook twee albums op, in 2003 'Devil Blues' en in 2005 'The Eye Of The Blues'. Critici zijn heel positief en op de Franse Blues Awards 2004, won Fred de Award van Beste Gitarist en als Beste Nieuwkomer. Door zijn jaren lange ervaring werd Fred Chapellier ook gevraagd door andere artiesten om mee te werken aan hun albums. Zo werkte hij in 2007 mee als producer of muzikant aan het album 'Greyboy Blues' van Leadfoot Rivet, aan 'BJR Mr. Coleman' van Tony Coleman en 'Handful Of Rain' van zijn vriend Neal Black. Zelf maakte hij in 2007, samen met een hele rits artiesten het album 'A Tribute To Roy Buchanan' en in 2009 verscheen bij Dixiefrog het album 'Night Work' dat hij samen met Billy Rice opnam. Dat laatste album raakte zelfs tot op de vijfde plaats in de Amerikaanse hitlijsten, maar het scoorde ook heel goed in de Europese hitlijsten. In datzelfde jaar besloot Fred te gaan samenwerken met Jacques Dutronc. Hij ging met deze Franse zanger op tournee. In 2010 verscheen de Live CD/DVD 'Live On Stage' van de Night Work' tour met Billy Rice en dat was een enorm succes. Daarna verschenen nog wat live albums, maar in 2012 was er een nieuw studio album van Fred Chapellier met de titel 'Electric Fingers'. Een nieuwe start voor deze getalenteerde muzikant. Anderhalf jaar later volgde het heel succesrijke 'Electric Communion'. En  de opvolger 'It Never Comes Easy' ligt nu voor mijn neus en gaan we nu bespreken. Er staan twaalf nieuwe nummers op, waarvoor Fred de muziek schreef. De teksten komen zowel van hem, als van Neal Black en Billy Rice. Het album werd opgenomen in de Black Box Studios in Noyant La Gravoyère in Frankrijk.

 

Het album 'It Never Comes Easy' opent met de titelsong. Het eerste wat we horen in een pittige gitaar riff en daarna krijgen we een Robert Cray gevoel. Mooie blues met oog voor detail en hemels gitaar werk dat je doet wegsmelten. Chapellier kan niet alleen bekoren met de gitaar ook met zijn warme stem geeft de Fransman zijn songs een meerwaarde. Ook in 'You Only Know My Name' heb ik dat Robert Cray gevoel. Niet dat Fred Chapellier een kopie is van de Amerikaan, maar qua genre, gitaarwerk en stem leunen beide artiesten in deze eerste twee nummers erg tegen elkaar aan. Fred haalt in dit twee nummer ook weer erg pittig uit op zijn six string. In het vloeiende 'Let Me Be Your Loving Man' horen we  invloeden van Carlos Santana en Johan Dalgaard is uitdrukkelijk aanwezig op het keyboard in dit erg knap nummer. In het tragere 'Changed Minds' is het weer de virtuositeit van Fred Chapellier die het lied eigenlijk bepaald, al zijn de subtiele, maar erg mooie toetsen ook niet te versmaden. De heel ontroerende ballade, 'A Silent Room', waarin de muzikant zijn ziel en hart bloot legt omdat zijn geliefde hem verlaten heeft, kent zijn hoogtepunt wanneer de gitaar het overneemt van de stem. Dan pas komt het verdriet en de onmacht volledig tot uiting in het heel gevoelvolle, maar heel intense spel van Fred op de snaren van zijn gitaar. Geweldig nummer. In 'Never Be fooled Again' hangt een Chris Rea sfeertje. Het heeft dankzij bassist Abder Benachour een heerlijke diepe baslijn en de frontman is weer meesterlijk op de gitaar. Ondanks groots gitaarwerk blijft het instrumentale 'Funk It' een beetje braaf, het nummer heeft nochtans alles om explosief open te barsten.

 

Er passeren heel wat bekende namen tijdens 'Made In Memphis'. In de eerste plaats Elvis, maar ook Memphis Slim, Rufus Thomas, Otis Redding, Albert King, Salomon Burke, BB King om er een paar te noemen. In dit uptempo nummer met erg knap toetsenwerk van Johan Dalgaard, is het toch weer de erg knappe gitaarsolo van Fred Chapellier die alle aandacht naar zich toetrekt. Net als 'A Silent Room' is 'I Have To Go' een pakkende ballade. Het lied wordt gedragen door de prachtige warme Hammond klanken en de stem van Fred klinkt heel ingetogen. In 'I Have To Go' hoor je nachtelijke eenzaamheid van een tevergeefs wachtende partner. 'Something Strange' is een knappe rock song met funky inslag, waarin Fred weer erg knap uithaalt op de gitaar. Chapellier sluit het album af met het rustige instrumentale 'In The Leap Of The Gods'. Dit nummer doet aan het betere werk van Peter Green denken en ook in dit nummer laat Fred ons meegenieten van zijn klasse op de gitaar. Met 'It Never Comes Easy' heeft Fred Chapellier een prima album uitgebracht, waarin zowel zijn klasse als songschrijver en gitarist in de verf wordt gezet. Hopelijk zien we hem in de nabije toekomst regelmatig op Belgische en Nederlandse podia. Momenteel staat alleen het optreden in De Momartre te Brussel op 10 december gepland in ons land. (8/10)

 

Walter Vanheuckelom

 

1. It Never Comes Easy (4:51)
2. You Only Know My Name (3:19)
3. Let Me Be Your Loving Man (2:58)
4. Changed Minds (4:35)
5. A Silent Room (5:40)
6. Never Be Fooled Again (4:24)
7. Funk It (3:21)
8. Made In Memphis (3:22)
9. I Thank You (2:15)
10. I Have To Go (4:25)
11. Something Strange (3:38)
12. In The Lap Of The Gods (5:05)
 
 
 
Personnel:
Fred Chapellier : Zang en gitaar, basgitaar op track 4
Charlie Fabert : Ritme gitaar
Abder Benachour : Bas
Johan Dalgaard : Keyboards
Denis Palatin : Drums op  1,2,4,6-9,11
Guillaume Destarac : Drums op 3,5,10,12