DAVIS HALL & THE GREEN LANTERNS - CANBORO CANBOROUGH

Album Review

Album: 
DAVIS HALL & THE GREEN LANTERNS - CANBORO CANBOROUGH
Artist: 
Davis Hall & The Green Lanterns
Record Label: 
Eigen beheer
Style: 
Instrumentale NOLA funk
Date: 
27/10/2023
Reviewed by: 
Walter Vanheuckelom
DAVIS HALL & THE GREEN LANTERNS - CANBORO CANBOROUGH
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Tijdens de COVID19 lockdown probeerden muzikanten manieren te vinden om bezig te blijven. Drummer Jim Casson werd gevraagd om enkele achtergrondtracks op te nemen in zijn thuisstudio 'The Cherry Pit' voor zijn vriend, gitarist Steve Grisbrook met bassist Russ Boswell. Nadat hij een paar covers voor Steve had opgenomen, werd Jim benaderd door Jim Russ, die hem vroeg om iets origineels te schrijven. Jim improviseerde een drum take terwijl hij nadacht met de songvorm in zijn hoofd, maar zonder een duidelijk idee van een nummer, alleen een funky New Orleans sfeer. Jim stuurde dit nummer door naar Russ, die vervolgens een baslijn met akkoordwisselingen aan Jim's nummer toevoegde. Ze besloten dat de juiste persoon om een gitaarpartij toe te voegen hun oude bandmaat Bernie LaBarge was. Brent Barkman werd vervolgens gevraagd een orgelpartij bij te dragen en het nummer 'Marshville Station' was geboren. Dit nummer is te vinden op het titelloze debuutalbum van Davis Hall & The Green Lanterns dat in 2021 verscheen. Jim Casson vond dat dit album en de band op de een of andere manier hulde moest brengen aan zijn thuis, het Niagara schiereiland in Ontario, Canada. 'Davis Hall’ was de naam van het gemeenschapscentrum in zijn geboorteplaats waar hij naar de kleuterschool ging en ‘The Green Lantern’ was de frisdrankwinkel in de stad toen hij nog een kind was. Na het grote succes van het eerste album besloot Jim dat het tijd was om aan een tweede album te beginnen en dat werd Canboro Canborough' dat een paar weken geleden verscheen. Terwijl het eerste album tijd kostte om te ontdekken wat het geluid van de Green Lanterns was, concentreert 'Canboro Canborough' zich op de kerngroep van Casson op drums, Burr op tuba, DeAdder op gitaar, Branton op slide, met een gastoptreden van Mark Lalama op toetsen. Het nieuwe album klinkt meer als een band. Het opnameconcept bleef hetzelfde en het meeste gebeurde op afstand in de thuisstudio's van de leden. Opnieuw zijn de songtitels een eerbetoon aan de geschiedenis van het Niagara schiereiland. Er wordt ook gebruik gemaakt van enkele vintage radiofragmenten en enkele opmerkelijke audiofragmenten. 'CanBoro Canborough' bevat elf originele songs die door Jim Casson werden geschreven. Sommige nummers schreef hij alleen, andere schreef hij samen met De Adder (5), Burr (3) en Branton (1). 
 
 
 
 
 
 
 
 
Het album opent met het NOLA funk nummer 'Carrottown', waarin N. Jay Burr op tuba de knappe baspartij voor zijn rekening neemt. Gitarist Wayne DeAdder en slidegitarist Mike Branton improviseren dat het een lust is voor het oor. De jazz getinte piano solo van Mark Labama staat in fel contrast met de Nola funk beat van het nummer en dat geeft 'Carrottown' nog een extra touch. Het blijft heel funky in het instrumentale 'Homer'. Het is een bijna vier minuten durende jam met vette beats, een knappe diepe tuba baslijn, knap gitaarwerk en dito toetsenwerk. 'Homer' werd geschreven door Jim Casson en Wayne DeAdder. Het tempo vertraagt voor de titeltrack 'Canboro Canborough', waarin gitarist Mike Branton schittert met een indrukwekkende slide solo. Dat we hier te maken hebben met fantastische muzikanten horen we in het Mardi Gras begeesterde 'Daincity', waarin Casson, Burr, DeAdder, Branton en Lalama met elkaar strijd leveren in hun instrumentale virtuositeit. Het is geweldig om te horen hoe het vijftal instrumentaal met elkaar communiceert. 'Daincity' is een heel dansbaar nummer met een soort van rumba ritme. Het instrumentale 'The Comfort In The North' is een atmosferische slowblues met alleen Jim Casson op drums en percussie en Wayne DeAdder op gitaar en bas. 
 
 
 
 
 
 
 
Dat er veel plezier gemaakt wordt horen we aan het gelach in het begin van de instrumentale funky jam 'Lowbanks', waarin Jim Casson zowel de drums, als de keyboards bespeelt. Het gaspedaal wordt nog wat harder ingedrukt voor de stevige, gitaargedreven rocker 'Winger'. Met een knappe funky drumbeat begint Jim Casson aan 'Silverdale'. Even later schittert N. Jay Burr met zijn knappe tuba baslijn. Slide gitarist Mike Branton, maar vooral gitarist Wayne DeAdder etaleren nogmaals hun grote klasse op hun sixstring. Het blijft funky in 'Humberstone', waarin Jim Casson buiten het slagwerk ook nog de synthesizer bas en de xylofoon voor zijn rekening neemt. Wayne DeAdder op gitaar en Mike Branton op reverse gitaar mogen zich andermaal in de kijker spelen tijdens 'Sugarloaf'. Met strak en energiek slagwerk bepaalt Jim Casson het tempo van het nummer. Het album wordt afgesloten met het korte, twee minuten durende, 'White Toyota'. Het is het enige, volledig gezongen nummer op dit album. N. Jay Burr zorgt weer voor een mooie baslijn op zijn tuba en Wayne DeAdder horen we hier niet alleen op gitaar, maar ook op ukelele. De liefhebbers van instrumentale funky NOLA muziek gaan met dit album in hun nopjes zijn. 'Canboro Canborough' is een aangenaam album geworden. (7,5/10)
 
 
 
 
Walter Vanheuckelom
 
 
 
 
01. Carrottown
02. Homer
03. Canboro Canborough
04. Daincity
05. The Comfort In The North
06. Lowbanks
07. Winger
08. Silverdale
09. Humberstone
10. Sugarloaf
11. White Toyota
 
 
 
Jim Casson: Drums, keyboards, xylofoon, loops, samples, zang
N. Jay Burr: Tuba en trombone
Wayne DeAdder: Gitaar en ukelele
Mike Branton: Slide gitaar
Mark Lalama: Piano, keyboards, accordeon (1,2,4)